Translate

Sonntag, 7. Februar 2016

Hoe ontdek ik, of ik hoogbegaafd ben?




Hoogbegaafdheid.

Mijn persoonlijke inleiding in de hoogbegaafdheid.

Als u zich afvraagt: “Hoe kom ik er achter, of ik hoogbegaafd ben?” dan vindt u hier antwoorden. Ik heb onderstaande informatie laten afhangen van de mate waarin u zekerheid wilt hebben, of u hoogbegaafd bent.

Mijn antwoorden zijn onder te verdelen in drie categorieën:

Zekerheidsniveau 1: Zekerheid met betrekking tot het inzicht “Ik ben hoogbegaafd” – hier kunt u zich informeren, hoe hoogbegaafdheid functioneert.

Zekerheidsniveau 2: Zekerheid met betrekking tot het inzicht “Ik ben hoogbegaafd” – hier ontvangt u tips over wat u kunt doen, om er achter te komen of u mogelijk hoogbegaafd bent.

Zekerheidsniveau 3: Zekerheid met betrekking tot het inzicht “Ik ben hoogbegaafd”- Adressen waar u zich aan kunt melden voor een IQ-test. Bij een uitslag boven 130 bent u hoogbegaafd. Bij een uitslag boven 145 bent u hoogstbegaafd.

Maar wat is eigenlijk hoogbegaafdheid?

Het antwoord is eenvoudig. De psycholoog Dr. Jürgen vom Scheidt heeft het scherp als volgt geformuleerd: “Het is het intellectuele vermogen van iemand die in een gangbare en erkende intelligentietest een IQ-waarde van 130 punten of meer haalt. Dit betreft, streng gerekend, 2,27 procent van de bevolking.” http://www.hyperwriting.de/loader.php?pid=276  Stand: 20.09.2015.
En wat is hoogstbegaa fdheid?

Heel eenvoudig. Dr. Sylvia Zinser schrijft: “Ligt het IQ boven 145 dan spreekt men van hoogstbegaafdheid.” http://zinser.no-ip.info/ ̃szinser/gifted/faqhg.html  Stand: 19.09.2015. http://tri-strides.com Stand: 07.02.2016

Zekerheidsniveau 1: Zekerheid met betrekking tot het inzicht “Ik ben hoogbegaafd”

Van hoogbegaafden wordt vaak gezegd: “Die hebben een 10 voor wiskunde, maar kunnen hun schoenveters niet goed strikken”. Met andere woorden: het denken functioneert (op sommige gebieden) uitstekend, maar in het alledaagse hebben zij moeilijkheden met bepaalde situaties. Volgens mijn eigen ervaringen klopt deze uitspraak inderdaad voor een aantal hoogbegaafden, maar voor anderen minder of helemaal niet.

Ik weet dat uit eigen ervaring. Bij mijn wiskundeleraar haalde ik bijna altijd een 10. Maar ik had ook een wiskundelerares. Zij hoorde eerder tot de categorie “verhalenvertelster”. Ze sprak graag over haar lievelingsrecepten, haar kookkunst en haar hond. Ik was dan zo bezig met na te gaan wat dit met rekenkunde te doen had, dat ik haar, als wij aan rekenen toekwamen, nog amper volgen kon.

Mijn cijfers voor wiskunde lagen bij haar rond het gemiddelde. En ik was werkelijk dankbaar als ik weer les kreeg van de in mijn ogen “goede” leraar. Die legde mij wiskunde uit, zo dat ik het ook begreep. Ik draaide overuren voor wiskunde en liet mij extra huiswerk geven. Nee, ik was geen strebertje. Ik had gewoon plezier in het oplossen van problemen. Maar als ik mijn vest toeknopen wilde, voelde ik stress. Juist deze leraar stuurde mij naar de schoolpsycholoog die mij testte op hoogbegaafdheid. Omdat hij zei: “Je mag er met niemand over spreken dat je een IQ van … hebt.” – dacht ik: misschien is het een ziekte of op zijn minst besmettelijk. Ik heb er nooit over gesproken. Pas  ongeveer tien jaar geleden heb ik mij in mijn familie erover geuit.

Mijn collega Alexandra in ons “Institut für Markt- und Sozialforschung, Neue Marktforschung Köln” had een vergelijkbare begaafdheid voor wiskunde. Hoewel zij een echt wiskundig genie is, zijn er ook voor haar grijze gebieden. Normalerwijze hoorde ze een opgave of keek op het papier en – hopla – daar had ze de oplossing al. Soms ging ze een wedstrijd aan met onze computer. De PC won niet altijd. Maar er waren voor haar ook echte uitdagingen. Als zij zonder hulpmiddel procenten uit moest rekenen, ging ze vaak in de fout. Zelfs met 10 procent van 100 had zij moeilijkheden. Alleen al bij het woord “procentrekenen” werd het haar wazig. In de loop van de tijd werd dit echter beter.

Ik wil daarmee zeggen dat niet alle hoogbegaafden wiskundegenie zijn. En niet alle wiskundegenieën zijn zonder fouten. Troostrijk is wat Albert Einstein ooit over wiskunde zei: “Maak je geen zorgen vanwege je moeilijkheden met wiskunde. Ik kan je verzekeren, dat die van mijn nog groter zijn.”

Met andere woorden: Niet iedere hoogbegaafde blinkt uit in wiskunde. Een cliënt van mij was de chef van de voormalige lerares van een voetbalspeler van het nationale elftal (Weltmeister!). Hij had weinig belangstelling voor getallen en zij al vroeg tegen de lerares: “Waarom moet ik rekenen leren? Ooit wordt ik een beroemde voetballer. En dan kan ik mij zoveel rekenkunstenaars permitteren als ik wil.” De lerares keek op. Maar de jongen had gelijk. Hij is hoogbegaafd en hoog sensitief.

Hoogbegaafden kunnen zeer goed of goed rekenen – of ook helemaal niet.
Wat zijn nu de typische eigenschappen van hoogbegaafden?

Laten we nog een stapje terug gaan. Net zo als niet alle mensen uit Keulen vrolijk zijn, niet alle Münchener Lederhosen dragen en niet alle inwoners van Hamburg een zeilbrevet hebben – zo zijn ook niet alle bovengemiddeld intelligent mensen zo of zo.

Laten wij eens een indeling van hoogbegaafden bekijken, die Jürgen vom Scheidt ontwikkeld heeft. Hij onderscheidt vijf (drie plus twee) groepen. Uit eigen ervaring sprekend zijn er nog andere categorieën, maar daar kom ik nog op terug.

Volgens Scheidt – vereenvoudigd weergegeven – kun je bij hoogbegaafden, afhankelijk van het criterium “succes op school en in het beroep”, de volgende driedeling maken:

•      Een derde heeft zijn “begaafdheid succesvol verwezenlijkt”. Deze mensen zijn topmanager, topsporter, ondernemer, kunstenaar, wetenschapper enz. Zij werden door de “Studienstiftung des Deutschen Volkes” of een andere institutie erkend en gestimuleerd.

•      Een derde is zogenaamd “latent”: Deze hoogbegaafden voelen, vermoeden of kennen hun begaafdheid, maar komen niet zo gemakkelijk tot hun recht. De psychologe en expert op het gebied van hoogbegaafdheid, Andrea Brackmann, schrijft in haar tweede boek, dat “hoogbegaafdheid moed vereist”. http://www.klett-cotta.de/buch/Klett-Cotta_Leben!/Ganz_normal_hochbegabt/13265  Stand: 19.09.2015. Bij deze groep begrijpen wij waarom dat zo is.

•      Een derde: volgens Jürgen vom Scheidt zijn dit de “underachiever” (“onderpresteerders”). Zij zouden wel kunnen – maar willen (nog?) niet succesvol zijn. Speciaal over onderpresteerders verwijs ik nogmaals naar Sylvia Zinser. Haar geheimtip: “Motivieren!”http://zinser.no-ip/ ̃szinser/gifted/faqhg.htmlx  stand: 19.09.2015

Dat zijn nu onze drie groepen – twee kleine groepen ontbreken nog:
•      Dit zijn de “ontspoorden”: zij zijn succesvol – maar op criminele of sociopatische wijze.

•      Dit zijn de hoogstbegaafden zoals Einstein en Freud.
Alle info’s over deze indeling zijn te vinden in de uitgave van Jürgen vom Scheidt: http://www.hyperwriting.de/loader.php?pid=276  Stand: 19.09.2015

Wie tot nu toe dapper volgehouden heeft, wordt nu beloond. Iedereen die denkt: analyse, wiskunde?, logica? Dat is niet bepaald mijn sterkste kant. Ik ben eerder de muzikant, de schilder, de danseres, de fotografe, de practicus. Goed zo. Er zijn in totaal zeven gebieden van hoogbegaafdheid. Mijn broer Helmut blinkt bijvoorbeeld uit in “praktische intelligentie”. Hij doorziet meteen in het praktische leven hoe men iets op de juiste wijze, in ieder geval beter kan doen. Voor mij blijft deze manier van denken verborgen. Natuurlijk zou ik vele boeken moeten lezen, om deze zaken te kunnen begrijpen. Voor mij is het al moeilijk genoeg om mijn jas fatsoenlijk dicht te knopen.

Prof. Werner Stangl citeert prof. Kurt Heller op zijn pagina’s over het onderwerp “Intelligentie en hoogbegaafdheid” als volgt:
“volgens Heller (2000) zijn er de volgende begaafdheidsfactoren:

•      Intellektuele vaardigheden (taalkundige, wiskundige, technisch-constructieve, begrijpelijk-logische enz.)
•      Sociaal-emotionele vaardigheden
•      Musisch-kunstzinnige vaardigheden
•      Muzikale vaardigheden
•      Creativiteit (taalkundige, wiskundige, technische, vormende enz.)
•      Psychomotorische vaardigheden (sport, dans enz.)
•      “Praktische intelligentie”

We zien: hoogbegaafdheid is spannend. En het wordt nog spannender.
Laten we nog een verdere differentiatie bekijken: hoogbegaafden zijn vaak in hoge mate sensibel en/of sensitiv. Hun zintuigen zijn dan meer uitgesproken. Enerzijds (in hoge mate sensibel) zijn hun normale zintuigen (horen, ruiken, proeven, voelen, zien) intensiever (kunstenaars, sterkoks, parfumeur – enkelen hebben ook een begenadigd “Fingerspitzengefühl” zoals bijvoorbeeld ambachtslieden en chirurgen). En/of anderzijds is hun waarneming (hoogsensitief) dieper: Deze hoogbegaafden beschikken over het zesde (scherp horend), zevende (scherp voelend) en achtste (helder ziend) zintuig zoals Goethe, Einstein en Leonardo da Vinci. Hoe zei Albert Einstein het?: “Wat werkelijk telt, is intuïtie.”

Bij zo’n differentiatie vraagt men zich af: Zijn er nog gemeenschappelijkheden?
Laat ik beginnen met de algemene strekking: Diegenen, die in de “vluchtelingentijd in de zomer van 2015” creatief, bevlogen en snel helpen, kunnen hoogbegaafd zijn. Want deze kenmerken vindt men vaak onder diegenen met een hoog IQ. Zij doorzien een situatie snel en handelen meteen. De een organiseert handig, de ander vertaalt, de volgende weet wie waar en hoe te helpen. Snelheid is voor hoogbegaafden zo natuurlijk als ademen. Het is duidelijk dat niet iedereen op alle terreinen even snel is. Als u eens wist hoe lang ik er voor nodig heb, om mijn jas dicht te knopen.

Maar nu verder: Een gevoel van rechtvaardigheid voor iedereen is sterk aanwezig bij begaafden, net zo als samenhangend denken en handelen. Volgens Andrea Brackmann hoort het “meer van alles” vaak tot het repertoire. Zoals het “bevatten van complete samenhangen”, “ontdekken van meervoudige oplossingen” en “een hoog invoelingsvermogen”. Het is maar goed dat hoogbegaafden vaak maar weinig slaap nodig hebben (4 tot 6 uur).

Vanuit eigen ervaring weet ik dat er niet alleen deze zonnige kanten zijn voor hoog getalenteerde mensen. De schaduwzijden zijn niet alleen voor hen zelf onaangenaam: de hoge mate van concentratie vergt veel van de SPECIALISTEN op een specifiek gebied (muziek of sport of politiek of financiën of talen of of of). Bij GENERALISTEN werkt dit anders: Hier overheerst de veelzijdigheid, die je bij meerdere beroepen en hobby’s ziet. Bij beiden wordt de familie, worden vrienden en collega’s wel eens wat verwaarloosd. Hoogbegaafden zijn nu eenmaal vaak perfectionisten. Daardoor kan het wel eens wat langer duren voordat zij met hun werk tevreden zijn.

Zij hebben vaak een hekel aan routine. Enkelen vinden creatief alternatieve manieren, om de routine stelselmatig uit de weg te gaan. Geduld is eveneens niet altijd de sterkste kant van hoogbegaafden. Deze mensen zijn ook niet bepaald hoogbegaafd als het om “eenvoudige taken” gaat. Het merendeel van deze bijzonder getalenteerden is gevoelig. Gevoelig tegenover lawaai, licht en sommigen ook tegenover aanrakingen. Daarom is het te begrijpen, dat hoogbegaafden aan bepaalde “allergieën” lijden, die door Andrea Brackmann in haar boek treffend beschreven worden. Het zijn de voor hoogbegaafden “lelijke woorden” zoals “personeelsuitstap”, “Stammtisch”, “schutterijfeest”, “beleefdheidsfrasen” en “kantoortuin”. http://www.klett-cotta.de/buch/Klett-Cotta_Leben!/Ganz_normal_hochbegabt/13265  Stand: 19.09.2015

Daarentegen houden hoogbegaafden vaak van “dwarsdenkers”, “Nobelprijswinnaars”, “verwerkingssnelheid”, “vrijheid”, “eindeloos doorvragen”, “monologen” zoals de “Compte rendu au Roi” van minister van financiën Necker ten tijde van de Franse Revolutie.

Voor hoogbegaafden is dat allemaal “normaal”,  terwijl het “normale” al behoorlijk moeilijk zijn kan. Velen hebben een soort vanzelfsprekendheid zoals Albert Einstein: “Ik heb geen bijzondere aanleg, ik ben alleen maar hartstochtelijk nieuwsgierig.”

Als u dat allemaal gelezen heeft, bent u in hoogbegaafdheid geïnteresseerd. Die anderen hebben eh al lang opgegeven. Misschien wilt u preciezer weten of u hb bent – “hb” is de afkorting bij “hb” (hoogbegaafden) voor “hoogbegaafd”. En daarom gaan we nu over naar het volgende niveau.

Zekerheidsniveau 2: Zekerheid met betrekking tot het inzicht “Ik ben hoogbegaafd”

Ik heb hier IQ-informatie bijeen gebracht, die u een aanduiding van uw begaafdheid kunnen geven.
O De eerste IQ-test heb ik 2005 in de publicatie van Jürgen von Scheidt gevonden. http://www.hyperwriting.de/loader.php?pid=276  Stand: 10.09.2015 Hoewel ik met de nodige scepsis de vragen te lijf ging – mijn test bij de schoolpsycholoog heeft toen meer als een uur geduurd, hoe kun je in enkele minuten een vergelijkbaar resultaat behalen? – was de uitkomst desondanks bijna exact dezelfde als jaren van te voren bij de schoolpsycholoog behaald. Chapeau! Voor de auteur.

O Ook al klinkt de titel nogal schreeuwerig, zij verdient toch uw belangstelling: “IQ-test: behoort u tot de hersenelite?” http://www.spiegel.de/unispiegel/wunderbar/iq-test-gehoeren-sie-zur-grips-elite-a-505427.html  Stand: 19.09.2015
O Een verdere test die u aanwijzingen geeft over uw begaafdheid is van de “Süddeutsche Zeitung”: De kostenloze IQ-test online met meteen resultaat. http://iqtest.sueddeutsche.de  Stand: 10.09.2015

O “Mensa” is het grootste netwerk voor hoogbegaafden. De online-test van Mensa is echter eerder een “spel” dan een betrouwbaar instrument voor hoogbegaafdheidsanalyse. Als u zin heeft: speel het eens. Mensa wijst er nadrukkelijk op: “resultaten moet u al naar gelang de uitkomst niet te serieus nemen.” https://mensa.de/online-iq-test-raetsel/mensa-online-test  Stand: 20.09.2015. Mensa NL: http://www.mensa.nl/lid-worden/doe-de-thuistest  Stand 07.02.2016

Zekerheidsniveau 3: Zekerheid met betrekking tot het inzicht “Ik ben hoogbegaafd”

Als u nu bereid bent en het uur der waarheid – de werkelijke en waarlijke IQ-test – onder ogen te zien … Dan meldt u zich aan voor de erkende IQ-test.
Mein aanbevelingen:

O Mensa. De test duurt 90 minuten, kost €49,- en wordt in 80 Duitse steden uitgevoerd. Mensen vanaf 14 jaar worden getest. https://www.mensa.de/intelligenztest  Stand: 20.09.2015

O Bij een psycholoog of psychologe uit de specialisten “HOCHBEGABUNG/POTENTIALE der Sektion Freiberufliche Psychologen im Berufsverband Deutscher Psychologinnen und Psychologen (BDP) e.V.: http://www.die-hochbegabung.de/german/index.html  Stand: 20.09.2015

O U vraagt binnen familieverband, bij vrienden en vriendinnen of op school/universiteit naar een aanbeveling voor een IQ-test.
Ik duim al vast voor u!

Voor CAMPUS-RADIO Bonn interviewde ik ooit de hoogbegaafde “first lady” – medeoprichter – van Mensa Duitsland, Dr. Ida Fleiss. Ik leerde daarbij een slimme, warme en in hoge mate creatieve dame kennen, voor wie het “te eenvoudig” was om in Europa te promoveren. Vast besloten reisde zij naar Azië, leerde de taal en wist terstond te promoveren. Zij kon altijd al ver en om de hoek denken.

Toen ik haar echter vroeg: Hebben wij al voor elke vorm van intelligentie een toegemeten meetmethode – dat wil zeggen: Kunnen wij al elke begaafdheid testen – zei ze droevig: Nee, daar moeten we nog aan werken.
Ik zou deze bevinding aan iedereen willen meegeven, die zich voor hoogbegaafd houdt, maar bij IQ-tests niet door de magische grens van 130 komt.
Alle mensen, die plezier aan wiskunde hebben – vooral diegenen die een voorliefde voor hoofdrekenen koesteren, kan ik de volgende webpagina aanbevelen van een vriend van Ida Fleiss, Dr. Dr. Gert Mittring http://www.gertmittring.de  Gert Mittring is de huidige wereldkampioen hoofdrekenen.

© Lilli Cremer-Altgeld, 2015

Translatie: Martin van der Weerden
Dank je wel!